premise
stringlengths
9
577
hypothesis
stringlengths
1
829
label
int64
-1
2
Een jongeman met een blauwe blazer en een korte broek zit alleen voor de tafel met een schaakspel opgezet.
Een man zit voor een opgezet schaakspel.
0
Een jongeman met een blauwe blazer en een korte broek zit alleen voor de tafel met een schaakspel opgezet.
Een man wacht op zijn schaakspeler.
1
Een jongeman met een blauwe blazer en een korte broek zit alleen voor de tafel met een schaakspel opgezet.
Een oma speelt een wedstrijd van connect vier op de ronde clubvergadering.
2
Een jonge Aziatische man zit achter een vast schaakbord te wachten tot de andere speler arriveert.
Er zit een jongeman in de zaal.
0
Een jonge Aziatische man zit achter een vast schaakbord te wachten tot de andere speler arriveert.
Er is een jongeman op Mars.
2
Een jonge Aziatische man zit achter een vast schaakbord te wachten tot de andere speler arriveert.
Een jongeman is binnen.
1
Twee jonge mannen drinken bier, leunend op een muur met graffiti.
De mannen zijn aan het drinken.
0
Twee jonge mannen drinken bier, leunend op een muur met graffiti.
De mannen worden bespoten met blikken verf terwijl ze buiten westen liggen.
2
Twee jonge mannen drinken bier, leunend op een muur met graffiti.
De mannen staan in de urine.
1
Een man die in veiligheid wordt gebracht nadat hij in gevaar is.
De helicopter brengt mensen in gevaar.
1
Een man die in veiligheid wordt gebracht nadat hij in gevaar is.
Er wordt een man verplaatst.
0
Een man die in veiligheid wordt gebracht nadat hij in gevaar is.
De helicopter brengt mensen in een gevaarlijk gebied.
2
Mensen in een vergadering die aandacht besteedt aan een spreker in een Oranje-shirt.
De mensen luisteren naar een spreker.
0
Mensen in een vergadering die aandacht besteedt aan een spreker in een Oranje-shirt.
De spreker is de baas van het volk.
1
Een bijeenkomst van jongeren aan een conferentietafel.
jongeren zijn op een feestje dat plezier heeft
2
Een bijeenkomst van jongeren aan een conferentietafel.
jongeren leren over politiek
1
Een bijeenkomst van jongeren aan een conferentietafel.
Jongeren worden rond een tafel bijeengeroepen.
0
Een vrouw in een rood hemd spreekt aan een tafel in een kamer waar drie anderen naar haar luisteren.
De vrouw gaat naar het park.
1
Een vrouw in een rood hemd spreekt aan een tafel in een kamer waar drie anderen naar haar luisteren.
De vrouw zwemt in het meer.
2
Een vrouw in een rood hemd spreekt aan een tafel in een kamer waar drie anderen naar haar luisteren.
De vrouw draagt een rood hemd.
0
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
Een vrouw praat binnen met anderen.
0
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
een vrouw in een kantoorgebouw praat met een groep van drie die notities maakt op een notitieblok
1
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
een man praat tegen eenden in een vijver
2
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
de vrouw is blank
1
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
een vrouw in een kantoorgebouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads
0
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
Een vrouw praat met honden in een kantoorgebouw.
2
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
de vrouw slaapt thuis
2
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
De mensen staan buiten het gebouw te kijken.
2
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
een vrouw praat
0
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
Een vrouw praat binnen met anderen over lunch.
1
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
Vier mensen staan tegenover een muur die met elkaar spreekt.
0
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
Een vrouw praat met drie andere vrouwen.
2
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
Een vrouw praat graag met twee andere vrouwen.
1
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
De fractie heeft het over een project.
1
Een vrouw praat met twee andere vrouwen en een man met notepads in een kantoorgebouw met grote ramen.
Een vrouw praat met twee andere vrouwen.
0
Een klaslokaal van studenten die een lezing bespreken.
De studenten zitten in de gymzaal.
2
Een klaslokaal van studenten die een lezing bespreken.
In een klaslokaal worden de onderwerpen van de dag besproken.
0
Een klaslokaal van studenten die een lezing bespreken.
De studenten bespreken de lezing in de geschiedenisklas.
1
Een man heeft een klembord en een pen als een vrouw naar hen kijkt.
De man werkt.
1
Een man heeft een klembord en een pen als een vrouw naar hen kijkt.
De vrouw slaapt.
2
Een man heeft een klembord en een pen als een vrouw naar hen kijkt.
Een vrouw kijkt naar de bezittingen van een man.
0
Een man met een helder groen hemd praat tegen een vrouw in een roze hemd.
Een stel is aan het eten.
2
Een man met een helder groen hemd praat tegen een vrouw in een roze hemd.
Er staat een stel buiten.
1
Een man met een helder groen hemd praat tegen een vrouw in een roze hemd.
Een stel is aan het praten.
0
Een man in een groen hemd houdt een klembord voor een vrouw in roze aandacht.
Een man wil dat een vrouw naar zijn klembord kijkt.
0
Een man in een groen hemd houdt een klembord voor een vrouw in roze aandacht.
een man probeert een vrouw iets te laten tekenen
1
Een man in een groen hemd houdt een klembord voor een vrouw in roze aandacht.
Een man trekt zijn shirt uit om een vrouw op te lichten.
2
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
Een man draagt een gouden hemd.
2
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
Een man laat zijn baas iets zien op een klembord.
1
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
Een man laat een vrouw iets zien.
0
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
De man moet iets tegen de vrouw zeggen.
0
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
Twee mensen kijken naar een klembord.
0
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
De vrouw draagt blauw.
2
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
Een man leert een vrouw een concept.
1
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
Er is een man en een vrouw.
0
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
Twee mensen kijken naar notities op een elektronisch tafeltje.
2
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
De man drinkt een kop koffie.
2
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
Een man draagt een helder groen hemd.
0
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
De man en de vrouw zijn werknemers in hetzelfde bedrijf.
1
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
Een man in een groen hemd toont een vrouw zijn salaris op een klembord.
1
Een man in een felgroen hemd toont een vrouw in een felroze hemd iets op een klembord.
Op het klembord staat geschreven.
1
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Een man toont een vrouw een grappige video op zijn tafel.
1
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
De tablet is ingeschakeld.
1
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
De man is op een andere straat dan de vrouw.
2
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
De man en de vrouw zijn buiten.
0
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Een man en een vrouw staan buiten.
0
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Een man en een vrouw eten in een rusterunt.
2
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Een man steelt een vrouwentablet.
2
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Een vrouw toont een gsm aan iemand in de buurt.
2
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Een stel gebruikt een tafel om een video op straat te bekijken.
1
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Een vrouw krijgt een tafel te zien van een man die op straat staat.
0
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Een man met een mobiele telefoon in zijn hand.
1
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Een man geeft een routebeschrijving naar een museum op een tafel naar een vrouw in de buurt.
1
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Er zijn mensen in een straat.
0
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
De man geeft de mobiele telefoon door aan de vrouw
2
Een man op straat in een helder t-shirt heeft een soort tablet in de richting van een vrouw in een roze t-shirt en een roze zonnebril.
Een man laat een vrouw iets zien.
0
Een kind met een gele kop en melk op zijn gezicht.
Het kind morste zijn melk.
1
Een kind met een gele kop en melk op zijn gezicht.
Het kind heeft een schoon gezicht.
2
Een kind met een gele kop en melk op zijn gezicht.
Het kind had melk op zijn gezicht.
0
Twee blote voeten spelen op een groen gazon buiten een gebouw met andere mensen op de achtergrond.
Twee mannen zijn blootsvoets op het grasveld.
0
Twee blote voeten spelen op een groen gazon buiten een gebouw met andere mensen op de achtergrond.
Twee man in sandles zijn op het strand.
2
Twee blote voeten spelen op een groen gazon buiten een gebouw met andere mensen op de achtergrond.
Twee mannen spelen op blote voeten gazonpijlen.
1
Een klein lachend kind met blond haar aan een tafeltje met een groene kop.
Het kind is gelukkig.
0
Een klein lachend kind met blond haar aan een tafeltje met een groene kop.
Een kind drinkt appelsap.
1
Een klein lachend kind met blond haar aan een tafeltje met een groene kop.
Een kind heeft een driftbui.
2
Een jongetje drinkt melk en krijgt melk op zijn gezicht en op zijn tafel.
Het kind heeft melk op zijn gezicht op een schooldag.
1
Een jongetje drinkt melk en krijgt melk op zijn gezicht en op zijn tafel.
de hond eet muizen
2
Een jongetje drinkt melk en krijgt melk op zijn gezicht en op zijn tafel.
Het kind heeft melk op zijn gezicht.
0
Twee meisjes van voor de tien die naar muziek luisteren op een mp3-speler met koptelefoon.
De muziek is luid.
1
Twee meisjes van voor de tien die naar muziek luisteren op een mp3-speler met koptelefoon.
Dat zijn meisjes.
0
Twee meisjes van voor de tien die naar muziek luisteren op een mp3-speler met koptelefoon.
De speler is een cd-speler.
2
Een man rent achter een hond aan die door vier honden wordt weggesleept.
Er wordt een man alleen opgepakt.
2
Een man rent achter een hond aan die door vier honden wordt weggesleept.
Er loopt een man achter een slee.
0
Een man rent achter een hond aan die door vier honden wordt weggesleept.
Er is een man aan het racen met de honden.
1
Peuter met melk om zijn mond.
Een kind heeft melk op zijn gezicht.
0
Peuter met melk om zijn mond.
Een kind maakte een rommeltje van melk.
0
Peuter met melk om zijn mond.
Een peuter met sap om zijn mond.
2
Peuter met melk om zijn mond.
Peuter die melk eet.
2
Peuter met melk om zijn mond.
Een kind kotste melk op zichzelf.
1
Peuter met melk om zijn mond.
Een kind.
0